Piet Vroon - Stemmen van vroeger


Stemmen van vroeger - Pieter Vroon
Piet Vroon - Stemmen van vroeger: ontstaan en ontwikkeling van het zelfbewustzijn (1978)

pag. 28
Argument tegen het materialisme dat aangeeft dat het bewustzijn slechts een toeschouwer is: iemand kan in al auto rijdend hele gesprekken voeren, maar als aandacht nodig is dan stokt dat gesprek. "... hij besluit nadrukkelijk wat hij moet doen of hij is in ieder geval bewust betrokken bij deze handelingen."

pag. 30
"Bewustzijn impliceert dat men in een privé of imaginaire ruimte gesprekken met zichzelf voert."

pag. 32
Julian Jaynes (bekend van bicameral mind) geeft aan dat veel activiteiten prima onbewust uitgevoerd kunnen worden.  Bewustzijn kan verstorend werken bij veel activiteiten. Vroon werpt tegen dat men bewustzijn nodig heeft om te leren typen.

Wij hebben geen flauw idee waar onze woorden vandaan komen als wij spreken.




Victor Lamme - De vrije wil bestaat niet

Vrije wil bestaat niet

Victor Lamme - De vrije wil bestaat niet: over wie er echt de baas is in het brein (2010)

pag. 74
Verwijzend naar Libet: pas na een halve seconde prikkeling kunstmatig opgewekte hersenprikkeling door elektrische stimulatie van de hersenschors treedt een bewuste sensatie op.

Verder vergeleek hij de prikkeling van de hersenschors op de huid met de directe prikkeling van de huid. Op tijdstip 0 begint de prikkeling van de hersenen, pas na een halve seconde wordt deze prikkeling bewust.
Vervolgens wordt halverwege deze halve seconde de huid geprikkeld op een andere plek dan de overeenkomstig geprikkelde plek van het hersenschors. De patiënten voelen dan de prikkeling van de arm voor de prikkeling in de hersenschors was opgewekt!
Omdat het vrij lang duurt voordat een bewuste sensatie ontstaat, concludeerde Libet dat het brein gebruikmaakt van een soort terugplaatsen in de tijd. "Op het moment dat de hersenen het bewustzijn over een gebeurtenis opwekken, is die gebeurtenis alweer een halve seconde geschiedenis. Om toch het gevoel van hier en nu te bewaren plaats het brein de sensatie terug in de tijd naar het moment dat de informatie binnenkwam. Op die manier kan ook een gevoel van synchronie blijven bestaan tussen sensorische gebeurtenissen en acties die door het bewustzijn worden geïnitieerd."

pag. 75
Tegenwoordig wordt algemeen geaccepteerd dat het bewustzijn met een vertraging van tussen de 0,2 en 0,3 seconde ontstaat.

Met Transcraniële Magnetische Stimulatie (TMS) kan voor een paar milliseconden de elektrische signalen die de hersencellen aan elkaar doorgeven worden onderbroken. Tony Ro liet mensen handbewegingen maken naar lichtjes op een computerscherm en stelde het apparaat zo af dat 0,1 seconde na het verschijnen van een vlekje het desbetreffende visuele hersenschors dat dat verwerkt wordt geraakt. Het bewustzijn van de vlekjes was verdwenen. "Het directe bewijs voor het feit dat bewustzijn achter de feiten aan loopt was geleverd."

Pag. 77
Het onbewuste wordt in het algemeen gezien als primitief en instinctief. Maar juist bij snelle reacties op de buitenwereld excelleert het onbewuste. Onbewuste herkenning van plaatjes op bepaalde eigenschappen gaat heel snel. Deze plaatjes kunnen dan niet bewust herinnerd worden,"Blijkbaar kan ons visueel systeem ranzendsnel vaststellen waar een scene over gaat, maar wordt dat daarna niet opgeslagen in het geheugen."

pag 126
Een kort afgebeelde beeldje wordt al snel bewust waargenomen. Als zo'n beeldje wordt gemaskeerd door een beeld dat daarna wat langer in beeld is dan dringt het niet meer door tot het bewustzijn. Toch wordt het wel onbewust waargenomen.

pag. 128
"Dat suggereert sterk dat onbewuste informatie wel degelijk een invloed kan hebben op ons gedrag."

pag. 130
"Het lijkt er dus op dat onbewuste signalen op precies dezelfde manier ons gedrag beïnvloeden als bewuste signalen, en daarvoor ook dezelfde hersendelen gebruiken."

pag. 169
Het gevoel van controle over het lichaam en die daadwerkelijke controle zijn waarschijnlijk 2 gescheiden processen. Bij bijvoorbeeld het alien hand experiment gaan die 2 processen niet meer samenvallen.

pag. 172
"Als je een lichaamsdeel maar lang genoeg dingen ziet doen die passen bij wat je denkt) of in ieder geval hoort) ontstaat blijkbaar vanzelf de illusie dat dat lichaamsdeel ook ponder jouw commando valt." Voorbeeld is de rubber hand illusie.

pag. 177
"Het is duidelijk dat het gevoel van het 'ik' zijn oorsprong vindt in de hersenprocessen. Op hun beurt hangen die hersenprocessen weer af van wat er wordt gezien en gevoeld, In de loop van onze ontwikkeling hebben we zo vaak naar ons lichaam 'gekeken' dat er een onuitwisbaar gevoel is ontstaan dat dat lichaam van ons is. Maar er is maar bitter weinig nodig voor nodig om dat gevoel uit te wissen. Een minuutje naar een ander 'kijken', en we stappen over naar een ander. Het 'ik' is een nogal onbetrouwbare partner van het lichaam, en gaat vreemd zodra het zijn kans schoon ziet.
Bovendien lijkt het om nogal delicate hersenprocessen te gaan. beschadigingen, tumoren of epilepsie in de gebieden die het lichaamsbeeld bewerkstellingen leiden tot allerlei verstoringen van dat lichaamsbeeld. Mensen zien dubbelgangers, of zien zichzelf vanuit een andere positie."

pag. 178
"Zo beschouwd lijkt het 'ik' niet veel meer dan een optelsom van sensorische informatie uit het eigen lichaam, zoals binnenkomt via het zien, het gevoel (ook van spieren en gewrichten zelf ), en het evenwicht."

pag. 194
Sperry en Gazzaniga onderzoek bij split brain patienten suggereert dat er sprake is van 2 afzonderlijke geesten in 1 hoofd.

pag. 197
Als een voorwerp aan split brain patient aan het linkergezichtsveld getoond wordt of met de linkerhand wordt betast en dus waargenomen wordt in het niet-talige rechterhersenhelft dan kan dat voorwerp wel worden teruggevonden. Maar het voorwerp kan niet mondeling of schriftelijk worden benoemd.

pag. 204
"De talige linkerhersenhelft probeert voortdurend te begrijpen wat de rechterhelft doet"".

pag. 205
Als de rechterhersenhelft een opdracht krijgt dan neemt de linkerhersenhelft alleen de uitvoering van die opdracht waar Van de opdracht zelf heeft de rechterhelft geen weet. De rechterhelft geeft dan in volle overtuiging een reden aan voor de uitvoering door de linkerhelft. Deze reden is dan gebaseerd op de uitvoering en niet op de opdracht. Uiteindelijk moet de rechterhelft maar raden naar die reden.

pag. 206
Gazzinga geeft aan dat in de linkerhersenhelft blijkbaar een mechanisme zit dat het gedrag van de persoon interpreteert - de brain interpreter.

pag. 207
Gazzinga geeft aan mensen de sterk neigen om overal verklaringen voor te willen geven. De linkerhersenhelft is altijd op zoek naar verklaringen.

pag. 210
Lamme geeft aan dat de linkerhersenhelft functies heeft als taal, analyse en begrip. Hier worden theorieën gemaakt, om de rechterhelft te begrijpen en om vat te krijgen op onze omgeving.

Volgens Gazzinga zit het bewustzijn voornamelijk in de linkerhelft. De rechterhelft is meer het bewustzijn dat dieren ook hebben. In de linkerhelft zit het 'ik'. De brain intepreter is de essentie van het menselijk bewustzijn.

pag. 211
"Ook bij gezonde proefpersonen verzint de kwebbeldoos een 'logische' reden voor gedrag dat eigenlijk voorkomt uit een optelsom van onbewuste invloeden en genetisch bepaalde voorkeuren. Het door de brain interpreter geconstrueerde 'ik' denkt te weten hoe het zit, denkt te bepalen wat er gebeurt."

pag. 213
Lamme geeft aan dat de reden dat de kwebbeldoos ook met onszelf aan de haal gaat waarschijnlijk dat wij sociale dieren zijn. Theory of Mind (ToM) geeft het vermogen aan om onszelf in anderen te verplaatsen.

pag. 217
Geleidelijk aan zijn we ToM ook op onszelf gaan toepassen. "ergens in de evolutie is de mens gaan denken dat het voorspellen van zijn eigen gedrag aan de hand van begrippen als willen en weten ook daadwerkelijk de oorzaak van dat gedrag is. De voorspelling lijkt namelijk vaak juist. Voor een deel is dat omdat het vaak helemaal niet om voorspellingen gaat , maar om attributie achteraf: de brain interpreter bekijkt de situatie van voor de daad, en die daarna, en verzint een geschikte keten van mentale causaliteit om de twee te verbinden. Dat lijkt dan uiteraard snel te kloppen."

pag. 218
"Het vermogen om ToM toe te passen op ons zelf wordt dagelijks vele uren getraind. Bij een volwassene is het eigen gedrag dat ToM 'observeert' intussen zo bekend en voorspelbaar, dat de voorspellingen bijna altijd juist zijn. Slechts af en toe verrassen we onszelf, of stellen we onszelf teleur. Bekend zijn natuurlijk de voorbeelden van mensen die in een gevaarlijke situatie ineens een heldendaad verrichten tegen hun eigen verwachting in."

pag. 219
""Zo faalt ToM , zelfs wanneer toepast op onszelf, wel vaker, en juist wanneer het gaat om de belangrijke keuzes in het leven. Wie van tevoren wordt gevraagd hoe zijn ideale partner eruit zou moeten zien wordt later bij een speeddatingsessie toch verliefd op iemand met een heel andere kleur haar of ogen, of juist dat stoer uiterlijk dat tevoren zo werd afgekraakt."

pag. 220
"De grote vergissing die daarbij wordt gemaakt is dat die gedachten en intenties worden gezien als de oorzaak van het gedrag. at zijn ze niet."

pag. 221
"Als we het gedrag van de wezens om ons heen kunnen voorspellen, kunnen vangen in een theorie, zijn we tevreden. Lukt dat niet, dan hebben we een andere theorie. Die van de vrije wil. Terwijl het niet veel meer is dan het falen van onze voorspellingsmodule....
Wij kennen de geschiedenis van zijn brein en alle andere omstandigheden" die werkelijk bepalen wat hij gaat doen natuurlijk niet tot in alle andere omstandigheden die werkelijk bepalen wat hij gaat doen natuurlijk niet tot in alle neurale details;. Geen wonder dat we er wel eens naast zitten. We moeten dus wel zoiets als vrije wil in de formules opnemen om ons beeld over die ander compleet te houden. Zonder vrije wil is onze theorie over die ander maar half af. En precies hetzelfde geldt waanneer we kijken naar onszelf. Het beeld dat we hebben van onszelf, van onze eigen drijfveren, wensen en remmingen, is ook  iet compleet zonder zoiets als vrije wil. Omdat ook wij de complete geschiedenis van ons brein niet kennen. En daarmee bestaat de vrije wil natuurlijk nog niet. Een psychologische theorie over onszelf en anderen is iet compleet zonder begrippen als willen, wensen, of kiezen. Maar onze ware aard - ons echte ik - heeft dat allemaal niet zoveel te maken.
Veel mensen voelen zich ongemakkelijk bij het idee dat zij met hun ratio en gedachten niet het gedrag controleren, maar dat slechts becommentariëren."

pag. 231
Volgens onderzoek van Adriaan de Groot heeft schaken meer te maken met geheugen dan met denken. "Eigenlijk wordt in de eerste seconden al een hoofdzet gekozen, net zoals een diagnose opborrelt bij een arts. "De gevolgen van die zet worden daarna nog wel doorgerekend, maar vaak is die eerste zet ook de definitieve keuze...
Dat is het wezen van de beslissing van de expert. Hij denkt niet na, want hij weet dat dat niet veel toevoegt aan zin beslissing. Hij vertrouwt op zijn jarenlange ervaring met soortgelijke problemen hem vanzelf naar de juiste oplossing leidt."

pag. 260
Het lijkt erop dat met  een hersenscan beter kan worden voorspeld wat iemand gaat doen, dan door het aan die persoon te vragen.








Jan Verplaetse - Zonder vrije wil

Zonder vrije wil

Jan Verplaetse - Zonder vrije wil: en filosofisch essay over verantwoordelijkheid (2011)

pag. 15
"Of een beslissing bewust dan wel onbewust tot stand komt, maakt wel degelijk een verschil. Al is de oorzaak bewuste professen onbewust, een onbewuste beslissing valt niet samen met een onbewuste keuzen. Ze heeft een verschillend effect."

pag. 16
"Als de vrije wil niet bestaat, dan is dat geen kwestie van een beetje meer of een beetje minder, maar van niets. Als de vrije wil niet bestaat dan is dat geen kwestie van sommigen wel en anderen niet."

Kris Verburgh - Fantastisch

Fantastisch!

Kris Verburgh - Fantastisch: over het universum in ons hoofd (200)

pag 319
Verwijzend naar Antonio Damasio, de homeostase is verantwoordelijk voor het ontstaan van bewustzijn, het voelen van achtergrondemoties en het gewaar worden van een lichaam.

pag. 325
"U kunt de menselijke geest voorstellen als een zee van onbewuste gedachten, waarover een soort spot schijnt die slechts één gedachte tegelijkertijd belicht. Die gedachte wordt bewust ervaren. Voor even dan, want nog geen fractie van een seconde later verschuift het lichtverschijnsel naar een andere plek, waar weer een andere bewuste gedachte voor even de bovenhand voert. Eén gedachte tegelijkertijd dus, en wanneer al die gedachten elkaar opvolgen krijgen we een stroom van gedachten. Deze gedachtestroom is het ik."

pag. 330
"Ons bewustzijn lijkt één vloeiend, aaneengesloten geheel dat ontstaat wanneer we 's morgens onze ogen openen en weer verdwijnt wanneer we weer in slaap vallen. Maar dat is niet echt het geval. … onze gedachtestroom [bestaat] uit vele, aan elkaar geregen gedachten... allemaal gedachten die één voor één aan bod komen. Ons bewustzijn is dus meer zoals een tekenfilm. Elk beeldje is op zichzelf onbeweeglijk en tijdloos maar als je 24 beeldjes per seconde creëert krijg je de indruk dat de tijd verstrijkt en dat alles in elkaar overvloeit. De manier waarop we de werkelijkheid verwerken is gefragmenteerd en de manier waarop we ze ervaren is vloeien. Elk mens bestaat uit een verzameling van momenten

Matthieu Ricard & Wolf Singer - Voorbij het zelf

Voorbij het zelf

Matthieu Ricard & Wolf Singer - Voorbij het zelf: gesprekken over neurowetenschappen en meditatie (2017)

pag 39
Er is een nauw verband tussen synchroniserende, oscilerende, activiteit en aandacht en bewuste waarneming.Als 1 oog een verticaal rooster ziet en het andere een horizontaal kan toch maar 1 rooster bewust waargenomen worden. De wisseling ind e waarneming in een vroeg stadium van de visuele informatieverwerking gaat gepaard met een verandering in de synchronisatie van neurale antwoorden op patronen van dat moment.
Zintuigsignalen bereiken het niveau van bewuste waarneming bij voorkeur als ze goed gesynchroniseerd zijn.

pag. 44
Attentional blink (Anne Treisman): knipperende aandacht, als iemand in een snelle opvolging een reeks prikkels vertoont (woorden of beelden) en deze van elkaar scheidt door maskerende prikkels, kan men de prikkelparameter zo aanpassen dat de proefpersoon maar een deel van de getoonde prikkels bewust wordt. Als een prikkel wordt waargenonmen, dan wordt de volgende niet bewust waargenomen, omdat de hersenen nog bezig zijn met de verwerking van de eerdere pruikkel. Zolang de aandacht aan de verwerking van bewust waargenomen prikkel is gebonden, is die niet beschikbaar voor het versterken van volgende prikkels.Mensen met veel meditatie-ervaring blijken een kortere attentional blink te hebben.

pag. 52
Bij het eigen maken van vaardigheden treedt een verschuiving op van corticale naar subcorticale systemen.


Pag 86
"Normaal gesproken hebben we geen weet van de  regels op grond van waarvan we de signalen van de zintuigorganenen interpreteren en onze waarnemingen vormen. Dit geldt ook voor de wetmatigheden die aan ons leren en handelen, onze beslissingen en associaties ten grondslag liggen. Het lukt ons niet ons bewust te worden van deze impliciete hypothesen en regels, ook al zouden we proberen onze aandacht erop te richten. Heel anders is het gesteld met de inhoud van het declaratieve geheugen, die tijdens het opslaan aandachtig en bewust wordt waargenomen.Het is een vaststaand feit dat door aandachtigheid geleide processen de toegang tot het bewustzijn beheersen. De meeste singalen van onze zintuigorganen kunnen bewust waargenomen worden als ze aandachtig worden gevolgd. Een uitzondering daarop kunnen bepaalde geurstoffen zijn, zoals feromonen, die verwerkt worden in bepaalde subsystemen an de hersenen. Bovendien zijn er allerlei signalen uit het lichaam zelf die geen toegang hebben tot het bewustzijn, zoals informatie over de bloeddruk, de suikerspiegel en dergelijke. Het kan echter niet genoeg benadrukt worden dat ook signalen die helemaal uitgesloten zijn van bewuste verwerking, of tijdelijke zintuigprikkels waar niet op gelet wordt, heel veel invloed op het gedrag uitoefenen. Bovendien kunnen deze onbewuste signalen de aandachtmechanismen sturen en daardooor bepalen welke van de opgeslagen herinneringen of zintuigsignalen aandacht krijgen en het niveau van bewuste verwerking bereiken."
 pag. 87
"In wezen zijn onze waarnemingen niet zo holistich als het ons voorkomt. We  analyseren complexe scenes serieel en een groot deel van wat we als totaalindruk waarnemen, construeren we uit de herinnering, uit opgeslagen informatie. Talrijke facoren, zowel bewuste als onbewuste, bepalen welke signalen bewust worden waargenomen. Van doorslaggevend belang is aan welke informatie we aandacht schenken, een ook dat wordt bepaald door externe en intern factoren. Sterke of nieuwe prikkels trekken automatisch de aandacht, maar we kunnen de aandacht op zelfgekozen inhouden richten. Daarbij kunnen we ons bewustzijn van de sturende motieven, maar ze kunnen evengoed oorzaken hebben waarvan we ons niet bewust zijn. En dan het kan natuurlijk gebeuren dat zelfs een aandachtige en bewuste zoektocht naar een inhoud die zich in het declaratieve geheugen bevindt, niet voldoende is om die inhoud in het bewustzijn te brengen, Dat kennen we allemaal wel wanneer een bepaalde samenhang of naam ons gewoon niet te binnen wil schieten en er in het verborgene een onbewust proces blijft doorzoeken, dat ten slotte het gezochte onverwacht op bewustzijnsniveau brengt. Blijkbaar lukt het ons niet altijd controle te hebben over welke inhoud toegang krijgt tot het bewustzijn.
Het werkniveau waarop bewuste processen zich voltrekken staat het blijkbaar toe willekerug informtie uit verschillende deelgebieden van het brein te bundelen en die om te zetten in een coherente stroom van bewust waargenomen inhouden. De toegang tot het werkniveau, vaak als platform of workspace van het bewustzijn aangeduid, is gepriviligieerd en wordt bestuurd door aandachtmechanismen. Bovendien zijn de regels waarvan bewuste en onbewuste processen  plaatsvinden waarschijnlijk verschillend. De eerste volgenen rationele, logische en syntactische regels. De zoektocht naar een oplossing is in principe een serieel proces waarin argumenten en feiten na elkaar worden onderzocht en mogelijke resultaten kritisch worden bekeken. Daarom is dat proces tijdrovend. Toch lijken onbewust processen meer op parallelverwerking te berusten, waarbij talrijke neurale prikkelingspatronen, die telkens voor een bepaalde oplossing staan, met elkaar concurreren. Een algortime volgens het motto 'er kan er maar een winnen' zorgt ervoor dat het patroon dat het beste aansluit bij de actuele context wordt gestabiliseerd. Daardoor zijn bewuste procssen altijd het meest geschikt voor probleemoplossing wanneer er voldoende tijd beschikbaar is om de hoeveelheid variabelen waarmee rekening gehouden met worden, te overzien en deze exact genoeg gedefinieerd zijn om aan en rationele anlyse te onderwerpen. De onbewuste verwerking gaat een rol spelen als een rol spelen als er een snelle reactie nodig is, of als er sprake is van een groot aantal onbepaalde variabelen die tegerlijkertijd moeten worden afgewogen tegen andere informatie die door het bewutijn niet verwerkt kan worden, zoals de hoeveelheid implicite kennis, of vage gevoelens zoals verborgen motieven of drijfveren bijvoorbeeld.
De resultaten van onbewuste verwerking manifesteren zich ofwel in wat het 'buikgevoel' wordt genoemd, of in onmiddelijke gedragsreacties, Vaak kunnen we niet eens aangeven waarom we precies op die manier reageren, of waarom we sommige dingen vinden en ander niet. Exprerimenteel kan zelfs worden aangetoond dat de redenen voor of tegen een bepaalde reactie niet altijd met de 'echte' redenen overeenkomen. Op grond van de omvangrijke heuritsche kennis waartoe de onbewuste verwerking toegang heeft, blijkt bij complexe problemen met meerdere onderling afhankelijke variabelen  dat onbewuste processen vaak tot betere resultaten leiden dan bewuste afweging. Gezien de grote hoeveelheid informatie en impliciete kennis waartoe het bewustzijn geen of slechts tijdelijk toegang heeft, en de doorslaggevende rol van het onderbewuste heuristische kennis bij de besluitvorming en controle van het gedrag, zou het niet raadzaam zijn de stem, van het onbewuste te negeren".


pag 174
"De neurobiologie postuleert dat alle mentale processen, ook degene die weinig met materiële processen van doen lijkten te hebben - zoals waarneming, besluitvorming, planning, het opwekken van gevoelens en  het vermogen tot bewustheid van zichzelf en de wereld - het gevolg zijn van neurale processen, en niet de oorzaak ervan. Binnen het kader van ons inzicht in de natuurwetten is het onvoorstelbaar dat een immateriële, mentale entiteit - dus bijvoorbeeld de wil - de neurale netwerken zou beïnvloeden en ze ertoe zou brengen om uit te voeren wat deze entiteit wenst en oip grond daarvan een daad te verrichten, Naar mijn mening neemt de neurobiologie hier volkomen terecht het standpunt in dat alle mentale functies, met inbegrip van ons bewustzijn , het resultaat zijn van een samenspel van de neurale activiteit in de diverse hersengebieden. De gecoördineerde activiteitenpatronen brengen voort wat wij als waarneming, beslissing,, het gevoel, oordeel of wil ervaren. Vanuit dit perspectief zijn daardoor alle mentale verschijnselen het gevolg van neurale processen en niet hun oorzaak."

pag. 175
"Wanneer men de eigen geest traint door meditatie, moet er een motivatie zijn om dat te doen. Die komt voort uit bepaalde neurale toestanden, dat wil zeggen dat specifieke neurale activiteiten patronen de motivatie opwekken die iemand ertoe brengt om te gaan zitten mediteren. Die patronen kunnen veroorzaakt worden door de instructies van een leraar die van het gehoor in  neurale activiteit worden omgezet. Maar evengoed kunnen er binnen het eigen systeem bepaalde breinstoestanden zijn die de wens om te mediteren oproepen, zoals een herinnering aan het feit dat al een keer de positieve effecten van meditatie hebt ervaren. Of je herinnert je verhalen van anderen, die zo'n mentale training hebben aangeraden. De feitelijke oorzaak zal zelfs een onopgelost conflict kunnen zijn, of de wens om je vrije tijd zinvol te besteden. Beide cognitieve tostanden zullen verbonden zijn met specifieke neurale activiteitenpatronen. Zodra de motivatie sterk genoeg is, gaat met zitten en mediteert, wat op zichzelf dan weer getypeerd wordt door bepaalde activiteitenpatronen. Blijven deze speciaal op meditatie geruchte patronen lang genoeg bestaan, dan leiden ze weer tot verandering van de verbindingen tussen neuronen die hersenfuncties  duurzaam veranderen. Volgens hetzelfde principe wordt de hersenarchitectuur  aangepast wanneer men een bepaalde beweging lang genoem oefent, en die veranderingen treden selectief op in de structuren die bij deze oefening betrokken zijn
Maar hoe staat het met argumenten die ons te binnen schieten of door anderen aangereikt worden en die duidelijk onze beslissingen en daden beïnvloeden? Net als elk ander mentaal verschijnsel hebben argumenten ook hun neurale correlatie. Het argumentgebonden activiteitenpatroon is dan datgene wat zijn uitwerking op verdere neurale processen heeft en daarop berustende beslissingen en gedragingen beïnvloedt. Bij een argument dat opwelt door eigen denkwerk komt de noodzakelijke informatie uit innerlijke bronnen, zoals herinneringen, waardebepalingen, actuele behoeften en emotionele neigingen. Al deze informatie is gecodeerd in neurale stimulatiepatronen die hun vorming te danken hebben aan de zintuigsignalen dus beschikbaar zijn en de kennis die in de functionele architectuur van de neurale netwerken ligt opgeslagen.
Dat geldt eveneens voor de argumenten van anderen. Ook die hebben hun neurale overeenkomsten in activiteitenpatronen die ontstaan in het brein van de ontvanger. Een verbaal argument wordt door het gehoor omgezet in neurale activiteit, die daarna in het spraakcentrum van de hersenen semantisch gedecodeerd wordt. Het resultaat is wederom een hoeveelheid neurale activitetienpatronen die naar andere hersengebieden worden doorgeleid en uiteindelijk ook de regionen bereiken waar de beslissingen worden voorbereid. Tot nu toe ondersteunen alle wetenschappelijke gegevens deze visie en dus is er geen aanleiding om nar alternatieve verklaringen te zoeken."

pag. 184
"Natuurlijk heeft het resultaat van een bewuste overweging uitwerking op toekomstig gedrag. Slechte ervaringen met een bepaalde beslissing zouden kunnen leiden tot de beslissing om zich een volgende keer anders te gedragen. Deze tweede beslissing en het effect ervan worden opgenomen in het langetermijngeheugen, evenals de negatieve gevolgen van de eerste. In het vervolg zullen ze als onbewuste motivaties of als bewuste argumenten optreden en latere besluiten beïnvloeden. Wanneer een ervaring tot een aanpassing van prioriteiten heeft geleid, zal het systeem zich bij toekomstige beslissingen op deze nieuwe prioriteit richten. Blijkbaar is ons brein zo georganiseerd dat er gevoelens van onbehagen opkomen als een maal gestelde doelen niet worden nagestreefd. Het lijkt hier om hetzelfde nare gevoel te gaan als hetgeen ons ertoe brengt een conflict op te lossen. Dus kunnen herhaaldelijk opgedane ervaringen met de positieve of negatieve gevolgen van bepaalde beslissingen een duurzame verandering van de functionele architectuur van het brein bewerkstellingen, wat natuurlijk weer invloed heeft op toekomstige beslissingen.
Hierbij moet men echter niet vergeten dat zowel de oorspronkelijke beslissing en opname van de doelstelling in het geheugen, als de negatieve gevolgen die met het niet nastreven van het doel verbonden zijn, het resultaat zijn van neurale processen en niet de oorzaak ervan. Het is de neurale gang van zaken die het resultaat benut van de eerste beslissing, die geleid heeft tot de opslag van een nieuw doel in het geheugen, Dit nieuwe engram, het nieuwe geheugenspoor, verandert de toestand van het brein en heeft op die manier zijn uitwerking op toekomstige neurale processen van besluitvorming.
En misschien verander ook de status van de doelstelling. Aanvankelijk kan het de status van een rationeel argument hebben gehad, maar na verloop van tijd kan het veranderen in een gewoonte die toekomstige beslissingen en gedragingen beïnvloedt, maar zonder tot het bewustzijn door te dringen... Het resultaat kan bijvoorbeeld zijn dat men besluit niet nog een glas wijn te nemen omdat het gewoon niet goed voelt om meer te drinken, en niet omdat men zich aan de gevolgen van een rationele analyse onderwerpt."

pag. 206
"Het inzicht dat elk gedag, ook het vellen van een moreel oordeel, op neurale processen is gebaseerd, zou ook tot meer bescheidenheid en dankbaarheid kunnen leiden. Dat geldt ook voor al degenen die gezond zijn en het geluk hebben over stabiele gedragsdisposities te beschikken, waardoor het onwaaschijnlijk is dat ze naar strafbaar gedrag afglijden, Bovendien moeten we niet vergeten dat ook heel gezonde hersenen tot een radicale herprogrammering kunnen komen. Denk maar aan al die brave Duitse huisvaders die in concentratiekampen veranderen in opzichters en koelbloedige moordenaars. Een paar jaar ideologische propaganda was al voldoende om deze hersenspoeling, die herprogrammering van hersenfuncties te bewerkstellingen."

pag. 212
Volgens het boeddhisme his het zelf niet meer dan een mentale constructie om onze bewustzijnsstroom een naam te geven. Er is geen afgescheiden en autonome entiteit, geen "zelf" dat je kunt concretiseren.

pag. 227
Pijn is een voorbeeld van het verband dat gelegd kan worden tussen de subjectieve 1e en de processen vanuit het 3e-persoonsperspectief. Iemand die pijn heeft kan met een waarnemer overeenkomen hoe het aanvoelt om deze pijn te hebben.
Verder kan de pijnbeleving operationeel gemaakt worden die die qua intensiteit en kwaliteit een waarde toe te kennen op een gestandaardiseerde schaal. Deze waarden kunnen vervolgens worden gecorreleerd aan activiteiten in de desbetreffende hersengebieden.
Omgekeerd kan een beschadiging in zenuwbanen die verantwoordelijk zijn voor de geleiding van pijnsignalen, of farmacologische onderdrukking van die signaalvoerdracht, de pijnbeleving voorkomen.

pag 229
Neurowetenschappen kunnen de mechanismen onderzoeken die nodig zijn voor bewustzijn. Die mechanismen zijn evolutionair ontwikkeld en door epigenetische  vorming zijn verfijnd.
Onderzoek kan bij dieren plaatsvinden omdat zij ook bewustzijn hebben, plus ervaringen en gevoelens die operationeel kunnen worden gemaakt.

Problematisch zijn de bijzondere bijbetekenissen die mensen toeschrijven aan bewustzijn en hun ervaringen. Deze bijbetekenissen zijn cultureel bepaald en worden als denkbeelden in ons symbolisch taalsysteem vastgelegd. Mensen wisselen hun beschouwingen uit over hun 1e-persoonsperspectief ervaringen en bereiken daarover overeenstemming. Immateriële verschijnselen die alleen vanuit het 1e-persoonspectief toegankelijk zijn krijgen daardoor de status van werkelijkheden waarover je kunt praten. Deze bijbetekenissen zijn niet neurobiologische te verklaren.

pag. 231
Introspectie (1e persoonspectief) en wetenschappelijke observatie (3e persoons) leveren radicaal verschillende antwoorden op. We zijn ons alleen bewust van de resulaten van een neuraal proces, niet het proces op zich.
Volgens Francisco Varela De kennis die men vanuit het 3e persoonsperspectief opdoet is een bijproduct van een hele stoet 1e persoonservaringen. Je zou aan 1e persoonservaringen die door een hele groep mensen gedeeld worden bepaalde invariabelen  of bepaalde structuren kunnen ontlenen, zoals de mathematische of fysische wetmatigheden die over deze verschijnselen heersen.
"Waarschijnlijk kan de neurobiologie heen ten dage alleen de neurale processen aantonen die moeten optreden om te komen tot datgene wat we subjectief als bewustzijn ervaren, waarbij de definitie van bewustzijn beperkt moet woerden tot operationeel te maken aspecten. We maken bewustzijn  bijvoorbeeld operationeel; als toestand die van bewusteloosheid is te onderscheiden, dus van een comateuze toestand of droomloze diepe slaap, Er kunnen talrijke mechanismen aangegeven worden die functioneel moeten zijn om een hersentoestand te handhaven die bewustzijn mogelijk maakt. Deze mechanismen worden beïnvloed door verdovende middelen, wat dan tot bewusteloosheid leidt. Bovendien is het bewustzijn geen alles-of-nietverschijnsel: men kan klaarwakker en uiterst aandachtig zijn, maar ook voor zich uit staren, afgeleid zijn op een andere manier afwezig zijn".

pag. 234
We zijn ons iets alleen bewust als we onze aandacht erop richten. Dit kan een zintuigsignaal uit de omgeving of het lichaam zijn, of processen die aan de hersenen ontspringen zoals emoties, stemmingen en gevoelens. Aandacht is noodzakelijk om ergens bewust van te zijn, wat erop wijst dar er voor de toegang tot het bewustzijn een drempel bestaat.
Verder is het werkgeheugen van het bewustzijn beperkt.
Plus dat bewuste verwerking betekent dat over de ervaring gepraat kan worden. Als ergens niet over gepraat kan worden betekent dit dat de informatie niet verwerkt is of bewust ervaren is.

pag. 235
Niveaus van gewaarzijn zijn
  1. fenomenaal bewustzijn: het vermogen om iets te bewust te ervaren, waar te nemen of te signaleren
  2. het vermogen om zich bewust te zijn dat zich bewust is van iets
  3. op zichzelf betrokken, reflectieve aspecten van het bewustzijn: bewust een autonoom individu te zijn, verschillend van anderen, dat in staat is tot intentioneel handelen. Bewust van het eigen bewuste zelf  (metacognitie)
pg. 244
"Ik denk dat het gewaar zijn van je cognities en die te kunnen meedelen aan anderen door een symbolisch taalsysteem, ertoe bijdrraagt anderen goed te begrijpen, sociale stelsels te ontwikkelen en ten slotte gedifferentieerde culteren te ontwikkelen. Deze compententies bevorderen het aanpassingsvemogen, omdat het individuen de mogelijkheid geeft met anderen samen te werken, door uitwisseling van ervaringen het wereldmodel steeds meer te verfijnen en tot een betere probleemoplossing te komen."

"Als dat vermogen om je van jezelf bewust te zijn het gevolg van neurale verrichtingen zou zijn die via interne hersenprocessen veen vast protocol volgen, dan is het gewaarzijn of bewustzijn van iets dus het gevolg van neurale processen, en niet de oorzaak ervan. Die processen zouden gewoon hun taak vervullen, ook als we daar geen besef van hebben, Het bewustzijn als zodanig zou niet in staat zijn die processen te beïnvloeden, maar ze alleen kunnen weerspiegelen."

pag. 249
Onbewust onverwerkte informatie is van invloed op toekomstige gebeurtenissen in het brein. Foutjes worden bijvoorbeeld tijdens het skiën onbewust gecorrigeerd, waardoor je in de toekomst beter reageert. Zo zouden bewuste toestanden ook toekomstige breinprocessen kunnen beïnvloeden.

pag. 250
Singer neemt aan dat bewuste verwerking de informatie uit verschillende bronnen beter integreert dan onbewuste processen.

Geoffrey Miler - De parende geest

Afbeeldingsresultaat voor geoffrey miller geest bol

Geoffrey Miler - De parende geest: seksuele select ie en de evolutie van het bewustzijn (2000ot )

pag. 309
"Seksuele selectie door verbale hofmakerij leidde wellicht ook tot veranderingen in onze geest, door vermogens te begunstigen om een grotere verscheidenheid aan mentale processen onder woorden te brengen. Dieren zonder taal hadden niet veel reden om zich bewust te worden van hun gedachten en gevoelens. Als introspectie niet tot functioneel gedrag leidt, kan er ook niet worden geselecteerd. Maar toen verbale hofmakerij eenmaal belangrijk werd, kon er een seksuele selectie op gang komen voor het vermogen de gedachten en gevoelens die ons gedrag leiden bewuster te ervaren, en ze onder woorden te brengen....
Voor zover seksuele voorkeuren zich richtten op het vermogen je diepste gedachten onder woorden te brengen, konden ze ook tot een verbreding leiden van de bewuste ervaring zelf. Het resultaat daarvan is de moeiteloze, vloeiende manier waarop we waargenomen objecten via ervaren kwaliteiten kunnen omzetten in verbale observaties....
Dit kanaal met zijn grote bandbreedte, van waarneming via bewustzijn en geheugen tot welsprekende communicatie, lijkt uniek mensenlijk. Pas toen seksuele voorkeuren de en totvan onze subjectieve ervaringen begunstigden - met de opkomst van het geestelijke doorgeefluik dat we bewustzijn noemen - ontstonden onze vreemd overspelige vermogen tot introspectie, die ons een onmiddelijke en bewuste toegang gaven tot een grote verscheidenheid aan indrukken, ideeen en gevoelens."

Timothy Wilson - Vreemden voor onszelf

Vreemden voor onszelf

Timothy Wilson - Vreemden voor onszelf: waarom we niet weten wie we zijn (2002)

pag. 15
Fundementale processen zoals die van de waarneming, het geheugen en taalzicht zijn onbewust omdat de zich voor het ontstaan van het bewustzijn ontwikkeld hebbn.

pag. 16
"Het bewustzijn is een systeem met een berepkte capacitieit, en om te overleven in de wereld moeten mensen in staat zijn om veel informatie buiten het bewustzijn om te verwerken." Oordelen, gevoelens motieven spelen zich buiten ons bewustzijn om, om efficëntieredenen. De architectuur van de geest voorkomt dat lagere verwerkingsprocessen (zoals waarneming) het bewustzijn bereiken. Veel hogere pyschologiche processen en gesteldheden zijn ook ontoegankelijk. "De geest is een goed gestructureerd systeem dat in staat is om veel taken tegelijk te verrichten, door buiten het bewustzijn om analyses te maken en over de wereld na te denken en intussen bewust aan iets anders te denken."

pag 32
Per seconde nemen onze zintuigen zo'n 11.000.000 brokjes informatie op. Mensen kunnen bewust maximaal zo'n 40 brokjes verwerken.

pag. 36
Met selectieve aandacht worden wij wijs uit deze 'razende volslagen warboel', zoals Willem James dit verwoordde. "We zijn uitgerust  met een onbewust filter dat de informatie die onze zintuigen bereikt inspecteet en besluit wat het tot het bewuste toelaat. Wij kunnen tot op zekere hoogte bewust de 'instellingen' van het filter regelen... Maar de werking van het filer - de manier waarop het informatie ordent, sorteert en selecteert voor verdere verwerking - speelt zich buiten ons bewustzijn af....
Het onbewuste filter doet meer dan ons in staat stellen om onze bewuste aandacht op één ding tegelijk te richten. Het houdt ook de zaken in de gaten waaraan we geen aandacht besteden, voor het geval er iets belangrijks gebeurt dat we zouden moeten weten."

pag. 79
Persoonlijkheid bevindt zich op 2 plaatsen
  • in het adaptief onbewuste - eigen wijze van interpretatie van de sociale omgeving en motieven die het gedrag sturen. Oorsprong in de vroege kindertijd en ten dele genetisch bepaald. Niet makkelijk te veranderen
  • in bewuste interpreaties van het zelf - het geconstrueerde zelf bestaat uit levensverhalen, mogelijke zelven, expliciete motiieven, zelftheorieën en miningen met betrekking to eigen gevoelens en gedragingen
pag. 80
Deze 2 zelven zijn relatief onafhankelijk Get geconstureerde zelf vertoont weinig overeenkomsten met het onbewuste zelf. De 2 persoonlijkheden geven verschillend gedrag.
  • het adaptief onbewuste is van invloed op ongecontroleerde, impliciete reacties
  • het geconstrueerde is vn invloed op bezonnen, expliciete reacties
Mensen kunnen hun onbewuste disposities  niet direct onbserveren, ze moeten die indirect proberen af te leiden door bijvoorbeeld hun eigen gedrag te observeren.

Jonathan Miller citerend: "Mensen hebben een verbazend groot deel van hun cognitieve gedrag en gedragsmatige vermogens te denken aan het bestaan van een 'automatisch zelf' waarvan ze niet bewust weet hebben en waarover ze weinig te zeggen hebben."

pag. 81
Naar Walter Mischel: cognitieve en affectieve variabelen van het onbewuste die bepalen hoe mensen op de wereld reageren
  1. interpretaties van zichzelf, anderen, situaties
  2. verwachtingen omtrent zichzelf en de sociale wereld
  3. affect en emoties
  4. doelen en waarden 
  5. competenties en zelfregelende plannen
pag. 170
Makelaars zeggen dat "kopers liegen". Als mensen een huis willen kopen dan kan je ze beter een aantal huizen laten zien om zo te zien wat se leuk vinden dan aan laten geven wat ze willen. Vaak blijkt wat ze aan geven te willen niet in lijn te zijn met waar ze enthousiast van worden.

pag. 178
We moeten zoveel mogelijk informatie verzamelen om ons onbewuste in staat te stellen een gegronde intuïtie te ontwikkelen. en op dat gevoel moet vertrouwd worden, ook al kunnen we het niet helemaal verklaren.

pag 217
Verwijzend naar een onderzoek van Stanley Schachter en Ladd Wheeler. Mensen die naar een lachfilm keken hadden adrenaline toegediend gekregen, waardoor ze een versnelde hartslag en zweethanden kregen. Ze lachten meer dan mensen die geen adrenaline toegdiend kregen. Gevraagd naar hoe ze de film vonden bleek dat ze hem niet leuker vonden dan mensen die geen adrenaline haden gekregen.Ze verwezen naar hun eigen (bewuste) theorieën over dergelijke comedies. Iemand gaf aan: "Ik kon gewoon niet begrijpen waarom ik tijdens de film zat te lachen. Doorgaans heb ik een hele aan Jack Carsson en dit soort onzin en dat heb ook aangegeven in mijn waarderingscijfer." Het onbewuste concludeerde dat de persoon de film grappig vond, terwijl hun bewuste tot een heel andere conclusie kwam.


Thomas Nagel - Geest en kosmos


Geest en kosmos

Thomas Nagel - Geest en kosmos: hoe houdbaar is de neodarwinistische visie? (2012)

pag. 52
Het verschijnen van bewustzijn zal sterk afhangen van de evolutionaire ontwikkelingen. We weten niet precies welke levensvormen bewustzijn hebben, maar we kunnen er redelijk zeker van zijn dat dat er veel meer zijn dan alleen mensen.

pag 53
Nagel gaat ervan  uit dat bewustzijn niet alleen fysisch te verklaren is. "Wat duidelijk moet worden, is niet slechts hoe het organisch leven een scheutje qualia toegediend heeft gekregen, maar ook het ontstaan van subjectieve individuele gezichtspunten. Dit is een soort bestaan dat logisch heel anders is dan iets wat beschreven zou kan worden door de natuurwetenschappen alleen. Als de evolutionaire theorie een zuiver fysische theorie is, zou die in principe het kader kunnen bieden voor een fysische verklaring van het bestaan van complexe dierlijke organismen met een centraal zenuwstelsel. Maar subjectief bewustzijn, als dat niet herleidbaar is tot iets fysisch, zou geen onderdeel van dat verhaal zijn: het zou volkomen onverklaard blijven door de fysische evolutie, zelfs als de fysische evolutie van dergelijke organismen in feite een causaal noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor bewustzijn is
Het volstaat niet te zeggen dat het fysische evolutieproces heeft geresulteerd in wezens met ogen, oren, een centraal zenuwstelsel enzovoorts, en dat het een simpel natuurfeit is dat dergelijke wezens een bewustzijn hebben.... De bewering die ik wil verdedigen is dat, aangezien het bewuste karakter van deze organismen een van hun belangrijkste kenmerken is, de verklaring van ontstaan van dit soort wezens ook een verklaring moet bevatten van het verschijnen van het bewustzijn Dat kan geen afzonderlijke kwestie zin. Een verklaring van hun biologische evolutie moet het verschijnen van bewuste organismen als zodanig verklaren
Aangezien een puur materialistische uitleg dat niet kan, kan de materialistische versie van de evolutionaire theorie niet de hele waarheid zijn."


William H. Calvin - De cerebrale symfonie

CEREBRALE SYMFONIE

William H. Calvin - De cerebrale symfonie: beschouwingen aan zee over de structuur van het bewustzijn (1989)

pag. 104
Het brein wekt de illusie van een centraal gezichtspunt. De samenstellende delen van dat gezichtspunt zijn echter niet te vinden. "Desalniettemin kennen we een bewuste ervaringswijze die een eenheid vormt: en ook al bestaat die wellicht uit vele  functionele subeenheden, dan nog manifesteert ons geestelijk leven zich in de praktijk op een of andere manier als het equivalent van een verteller.
… de eenheid van bewustzijn van een verteller kan worden opgeroepen zonder een fysiek centrum-van-alles, een zetel van de ziel."

pag. 292
Als we plannen wat we gaan zeggen dan doen we dat nooit verder dan zo'n 5 tot 6 woorden. "...terwijl we deze woorden  uitspreken, stellen we de rest van de zin samen. Dat is een van de redenen waarom men zegt dat we doorgaans niet weten hoe een zin zal eindigen wanneer we er aan beginnen."

Albert Kok - Het hiërarchisch brein

Het hi rarchisch brein

Albert Kok - Het hiërarchisch brein: inleiding tot de cognitieve neurowetenschap (2004)

pag. 8
Bewustzijn kan omschreven worden als
  1. Vermogen tot reflectie - afhankelijk van hogere associatiegebieden van de hersenen
  2. Vermogen tot focussen van aandacht of mentale alertheid - structuren in de lagere delen, de thalamus en de hersenstem die de arousal reguleren
pag. 29
Dennet's multiple drafts model: in het brein wordt informatie verwerkt via meerderde parallel stromen die elk een eigen interpretatie of versie (draft) van de buitenwereld hebben.

pag. 180
Donald Lindsley - activatie-bewustzijn-gedrag continuüm theorie: het RAS  zorgt voor veranderingen in het niveau van algemene bewustzijnstoestand, het zichtbare gedrag en het EEG.

pag. 193
Nelson Cowan: bewuste verwerking kan op aangeroepen worden door
  1. Nieuwe of onverwachte stimuli kunnen via een mismatch met in het langetermijngeheugen opgeslagen reprentaties, automatische aandacht trekken. Dit gebeurt via disinhibitie van neurale elementen in het langetermijgeheugen. Bij dit passieve oriëntatieproces zijn vooral de patiëtale schors en hippcampus betrokken. Bij herhaling van dezelfde stimuli treedt echter habituatie op. Dan is actievatie van elementen in het langetermijngeheugen onvoldoende om het bewustzijn te bereiken.
  2. Via een proces van mentale inspanning, dat gestuurd wordt door een hoger attentioneel systeem (central executive). Hierbij zzijn vooral circuits tussen de preforntale schors en associatiegebiden waar informatieopslag plaats vindt van belabng. Dese meer actieve vorm van aandacht zal deus eveneens leiden tot versterking van activiaties van stimuluskenmerken in het langtermijngeheugen

pag 213
"Onbewuste verwerking van stimuli blijkt ook van invloed op emotionele leer- en conditioneringsprocessen,... Deze effecten hangen mogelijk samen met evolutionair oude circuits in de hersenen, de gebruik maken van 'primitieve' structuren in het limbische systeem als de amygdala die vooral betrokken zijn bij de verwerking van elementaire emoties. Deze circuits kunnen vermoedelijk ook hogere netwerken in het brein, die verantwoordelijk zijn voor meer bewuste verwerkingsprocessen, 'preactiveren'. Dit lijk ook vanuit neuraal gezichtspunt plausibel, omdat er talrijke rechtstreekse verbindingen bestaan tussen het limbische systeem en hogere corticale gebieden."

pag. 214
Damasio - ons neurale zelf: De beleving van de eigen identiteit hangt samen van de indrukken die tijdens onze levensloop in het autobiografisch geheugen zijn opgeslagen en daaruit weer worden opgediept. Daarnaast maakt  de actuele beleving van het eigen lichaam deel uit van de zelfbeleving. Signalen komen samen de prefontale cortex en kunnen bijvoorbeeld van invloed zijn op het nemen van beslissingen. De ventromediale prefontale cortex, belangrijk voor het regelen van de hogere emoties is daar ook bij betrokken. Het nemen van beslissingen is daardoor niet alleen een zaak van puur rationele overweging, maar ook van gevoel en intuïtie.

Niveau's van bewustzijn

  1. alertheid - hersenstam, RAS
  2. oriënatie - thalamus, hippocampus/amygdala, posterieure schors
  3. aandacht, zelfreflectie - anterieure schors, anterieure cingulate gebied
De meer basale vormen van bewustzijn in een vroeger stadium van de evolutie tot stand gekomen, dan de meer complexe vormen. Dieren ontberen de hogere vormen.
 

pag 215
"De meer basale niveaus van het bewustzijn hebben betrekking op relatief langzaam en passief verlopende veranderingen in de activatietoestand van de hersenen, ook wel aageduid als waakzaamheid of alertheid... Alertheid is een passieve toestand van helder bewustzijn, waarin ons brein openstaat voor indrukken uit de buitenwereld.
... Passieve oriëntatiereacties op nieuwe of onverwachte prikkels uit de omgeving gaan gepaard met een kortdurende verhoging in de activatietoestand van de hersenen, waarvan zij mogelijk de opslag van nieuwe informatie in het langetermijngeheugen bevordert. Dergelijke oriëntatiereacties kunnen  ook gepaard gaan met een bewuste beleving van de stimulus. In sommige theoriën van aandacht wordt aangenomen dat deze bewuste ervaring geassocieerd is met (of het gevolg van) de toelating van stimuli in een systeem van beperkte capacitieit: de zogenaamde centrale processor. Deze centrale processor is een systeem dat niet alleen met bewuste ervaring is geassocieerd, maar ook verantwoordelijk is voor de verdere bewerking, tanslatie en opslag in het geheugen. De oriëntatiereactie kan hierbij gezien worden als een soort 'call' (verzoek om toegang) tot dit centrale verwerkingssyteem."


pag 216

"In  andere meer connectionistisch georiënteerde theorieën wordt echter aangenomen dat alle informatie tot het langetermijngeheugen doordringt, en dat er alleen sprake is van een verschil in sterkte van activatie van neurale elementen in dat netwerk. Naarmate meer elementen in het netwerk worden geactiveerd, zal de kans op bewuste beleving ook toenemen. Frequent aangeboden of slechts herhaalde gebeurtenissen, zullen echter niet bewsut worden ervatren, omdat zij een actief inhibitieproces (habituatie) oproepen dat de hiermee veroboden neurale elementen blokeert Een voorbeeld hiervan is het model van Cowan... Deze passieve toestand van de hersenen wordt vooral tot stand gebracht door het corticale actictiesysteem, een netwerk dat reticulaire formatie (ARAS) en thalamus als centrale elementen heeft."

pag. 217 
"Bij gerichte aandacht wordt het bewustzijn van 'binnenuit' geactiveerd. Dit proces lijkt vooral gestuurd te worden door reprensentationele systemen in de dorsolaterale anterieure schors. Een tweede belangrijk gebied vormen de ventromdielae delen van de prefrontale schors, die veel verbindingen hebben met structuren van het limbisch systeem als de amygdala. Dit gebied in de frontale schors is vooral verntwoordelijk voor bewuste emotionele beleving van prikkels, die in de amygdala op meer reflexmatig of voorbewustt niveau woden verwerkt... Met name PET-studies hebben gesuggereerd dat gebieden in de preforontale schors weer onder controle staan van het anterieure cingulate gebied. Veel onderzoekers nemen aan dat het vermogen tot bewuste zelfreflectie dat uniek is voor de mens, met dit executieve netwerk in de hersenen is verbonden. Beschadigngen in dit netwerk leiden niet alleen tot verlies van cognitieve controle maar ook tot een verminderd bewustzijn van het 'eigen ik'; het zelfgevoel dus...
Uit hebt bovenstaande blijkt dat hogere vormen van bewustzijn niet het product zijn van één enkele plek of module in het brein. Ook in een toestand van rust lijken grote delen van onze hesrenen actief. Bewustzijn lijkt dus eerder het product van activering van grote neurale populaties dan van een specifieke module in het brein. Recente fMRI-studues suggeren dat hierbij sprake is van een omvangrijk neterk in de hersenen waarin zowel partiële als forntale schorsgebieden zijn opgenomen.
De globale werkruimte theorie is door Bernard Baars op cognitief niveau geïntroduceerd, en later door Dahaene en Naccache op neutraal niveau verder uitgewerkt. Het is een overkoepelende theorie van het bewustzijn die belangrijke elementen van andere theorieën over het bewustzijn samenvoegt. Bewustzijn moet volgens Baars worden opgevat als een toestand van het brein waarbij informatie in het werkgeheugen in een omvangrijk netwerk ter beschikking komt van meer gespecialiseerde locale kennissystemen. Letterlijk: 'the overall function of consiousness is to provide widespread access, which  in tun may serve functions of coordination and control'. Bij taken die onbewust of geheel geautomatiseerd worden uitgevoerd, verschuift het accent weer naar de lokale kennissystemen. De theorie van Baars wordt ook wel gezien als een compromis of 'concensus' met de theorie van Dennet die kritiek uitoefende op wat hij noemde het  'Cartestiaans theater', en in plaats hierva nen 'multiple drafts' model vah het bewustzijn voorstelde. Blijft de vraag wat de bindende kracht of het mechnisme is dat coherentie tussen de locale kennissystemen in een globale werktuimte tot stand brengt.... Is het een eigenschap van het netwerk zelf, zoals in de... herintredende circuits van Edleman, en de dispositionele representaties van Damasio? Of blijft er toch een specifieke bindende rol weggelegd voor de frontale cortex? Zoals de prefrontale controlestrucuren van LaBerge, de 'centrale executive' in het werkgeheugenmodel van Baddeley en de 'left brain interpreter van Gazzaninga?'
 

Kees Brunia - Het brein van farao tot fMRI

Het Brein van farao tot fMRI

Kees Brunia - Het brein van farao tot fMRI: een fenomenale ontdekkingsreis (2015)

pag. 356
De snelheid waarmee na oefening een knop ingedrukt kan worden na het horen van een toon is ongeveer 220 milliseconden. Als  geprobeerd dit langzamer te doen, dan lukt dat niet. Het duurt dan ongeveer 2x zo lang. Bewustzijn werkt vertragend. Het snel reageren op een stimulus gaat buiten ons bewustzijn om.

pag. 361
De illusie van Tichener:
Voor de bewuste waarneming verschillende oranje cirkels in diameter. Als je ze probeert op te pakken dan blijkt dat de illusie je oog beinvloedt, maar niet je hand. Gedrag wordt niet beinvloedt door de illusie, is onbewust.




Erich Harth - Brein en geest



















Erich Harth - Brein en geest: hoe het brein de geest creëert (1993)

pag. 91
In verschillende hersengebieden treedt specifieke activiteit op bij de verwerking van visuele informatie, voor vorm, kleur beweging etc. Er is echter geen centrum waar al deze fragmenten weer tot perceptueel geheel wordt samengevoegd.
"Men kan zeggen dat de vervorming van het oorspronkelijke patroon in ruimte en tijd plaatsvindt. Door de verschillende  reisduur van de signalen, terwijl ze zich van het ene maar het volgende niveau verplaatsen, wordt tijd vervormd en kunnen vroegere gebeurtenissen later opduiken, en andersom. Men kan zelfs zeggen dat toekomstige gebeurtenissen huidige neurale activiteit beïnvloeden, omdat de hersenen... op de toekomst vooruitlopen, erin projecteren."
Dennett spreekt van een veelvoud van concepten van een tafereel. " 'Alle vormen van waarneming - zelfs alle vormen van denken of mentale activiteit - komen in de hersenen tot stand door parallelle, veelsporige processen die zintuigelijke inputs interpreteren en uitwerken'. verklaart Dennett.
Bestaat er een plek waar alles weer bij elkaar komt?"
Damasio meent 'dat "zich  in de hersenschors geen neuro anatomische structuur bevindt waarin signalen uit alle zintuigelijke modaliteiten die in onze ervaring kunnen voorkomen in ruimte en tijd kunnen convergeren."

pag. 174
Eigenschappen van bewustzijn
  1. Selectiviteit: beperkt aantal neurale activiteiten worden bewust
  2. Exclusiviteit: er kan maar 1 gewaarwording of waarneming of gedachte tegelijk bewust zijn
  3. Aaneenrijging: bewustzijn is serieel van karakter, punten worden aan elkaar geregen
  4. Unitariteit: de schijn dat 1 individu de ontvanger is van alle gewaarwordingen, waarnemingen, en gevoelens


Jjeerd van de Laar en Sander Voerman: Vrije wil

Vrije wil

Jjeerd van de Laar en Sander Voerman: Vrije wil: discussies over verantwoordelijkheid, zelfverwerkelijking en bewustzijn (2009)

pag. 110
Behoud van energie: bij elke verandering in de natuur de blijft de totale hoeveelheid energie gelijk. Als de geest door handelinge (bewegingen in de natuur) veroorzaakt, dan moet de totale hoeveelheid in de natuur toenemen.

"Alle bewegingen van het lichaam en alle veranderingen in het lichaam blijken volledig het werk van natuurkrachten te zijn. Dit geldt ook voor de hersenen: de zenuwcellen waar onze hersnen uit zijn opgebouwd werken volgens natuurkundige principes".

Causale geslotenheid van het natuurkundig domein: alles in de natuur wordt ergens door veroorzaakt, wordt door iets veroorzaakt dat zelf ook deel uitmaakt van de natuur. Dit lijkt determinsime me tezijn, maar het is toch anders.

Marjan Slob - Hersenbeest

Hersenbeest

Marjan Slob - Hersenbeest: filosoferen over het brein en de menselijke geest (2016)

pag 94
Referend naar Marc Slors:
"Pas handelen nadat je een bewuste beslissing hebt genomen is een uitzondering. Onze dagelijkse ervaringen getuigen daarvan.... Het lijkt absurd om te veronderstellen dat een beslissing die onbewust is genomen en dus niet door jou gesanctioneerd is, wel een teken is van jouw vrije wil... Onbewuste beslissingen  zijn vaak juist typisch jouw beslissingen".
DEscol
pag. 96
"We handelen vaak buiten ons bewustzijn om en het is een zinsbegoocheling om te denken dat daarmee onze vrijheid op het spel staat.... Toch bedriegt onze intuïtie ons net helemaal. Bewustzijn heeft wel degelijk iets te maken met ons vrij gedrag. Al je tegen je eigen impulsen en neigingen in wilt gaan, zul je dat namelijk bewust moeten doen. Het antwoord van Marc Slors: je bent vrij als je de handelingen uitvoert die echt bij je hoort."

pag. 100
"Vrijheid is dus niet zozeer een kwestie van controle hebben over je wil. Vrijheid is eerder te begrijpen als he ervaren van harmonie of overeenstemming tussen de wensen, impulsen en verlangens die op allerlei gebieden en niveaus in je leven. Anders gezegd: vrijheid is de afwezigheid van spanning tussen dat wat je werkelijk wilt en dat wat je zou willen. Binnen zo'n opvatting kan ook onbewust gedrag heel goed vrij gedrag zijn - dat is het geval als jouw impulsen zodanig in harmonie zijn met je hele ideeënstelstel dat je het op je 'ruggengraat' kunt handelen. Je ervaart geen intern conflict, het is niet nodig om bewust te interveniëren en een stokje te steken voor je eigen neigingen.

pag. 101
" Vrije wil hangt dan samen met een langzaam groeiend programma van waarden en inzichten waaraan jij je bewust verbindt, een programma dat je toekomstig gedrag kan gaan besturen. Immers: als je moet erkennen dat je dingen doet die niet bij je passen, dan is er werk aan de winkel. Je zult zeer bewust moeten besluiten dat je je gedrag wilt veranderen. Dat betekent: een tijd lang hardnekkig je wilskracht inzetten om je onbewuste 'beslissingen' (neigingen) te weerstaan. Gaandeweg gaat die bewuste beslissing om je gedrag aan te pakken jou echt vormen....
Onbewust handelen is verre van onpersoonlijk handelen. Je laat jezelf juist bij uitstek kennen door je onbewuste en impulsieve reacties. Zij geven blijk van diepgewortelde waarden, overtuigingen en ervaringen....
Het allervrijst ben je als je onbewust doet wat je ook bewust zou willen doen. Uit puur talent. Of omdat je eindeloos hebt geoefend, wenselijke handelingen hebt ingesleten en onwenselijke genegeerd. Totdat de goede impulsen je volledige eigen zijn geworden."

pag. 123
Hersenen zijn een soort werkelijkeheidsmachine waarmee mensen - en waarschijnlijk ook een flink aantal andere dierensoorten - zich een beeld vormen van de wereld. Hersenen verzamelen informatie die via je zintuigen uit de fysieke wereld tot jou komt en stellen daaruit een beeld samen. Dat beeld noem je de werkelijkheid..
Waarschijnlijk is dat beeld van de werkelijkheid behoorlijk wazig...
We zullen het moten doen met dat beperkte, onvolmaakte beeld van de werkelijkheid dat onze hersenen aan ons opdissen.
"Met onze hersenen boren we ons een tunnel door de werkelijkheid, een werkelijkheid waarvan we maar een fractie ervaren", vat Thomas Menzinger samen."

pag. 125
"Deze Metzinger komt dus met dat beeld van de hersenen die zich een tunnel door de werkelijkheid boren. Gewoonlijk zijn je hersenen blind voor het feit dat zij dat het doen zijn. Als mens merk je dan ook niet dat je een beeld van de wereld aan het opstellen bent. Integendeel: je hebt de krachtige ervaring dat de wereld is zoals je haar ziet. Het kost flink wat moeite om je te realiseren dat wat je waarneemt niet de werkelijkheid zelf is, maar slechts jouw beeld van de werkelijkheid.
… zou je kunnen zeggen dat je organisme jou een virtual reality van de realiteit aanbiedt. Je hersenen creëren een interface tussen de realiteit en jou ervaring, zo gebruikersvriendelijk, dat het lijk alsof hij er niet is.
Het typische van mensen (en waarschijnlijk ook van een flink aantal dieren) is dat wij dat virtuele beeld dat wij opstellen van de werkelijkheid ook beleven. Op een of andere manier verschijnt de wereld aan ons innerlijk ook. In zijn prachtige boek De egetunnel vraagt Metzinger zich af waarom wij onze feitelijke omgeving eigenlijk verdubbelen in een innerlijk beeld van die omgeving, dat we op een of andere manier beleven. Goed beschouwd is dat wonderlijk. Waarom is de wereld een fenomeen voor ons, waarom vormen we ons er een beeld van? We ouden ook simpelweg kunnen reageren op impulsen uit de omgeving - en die reacties van ons kunnen best heel bewust , geïnformeerd en intelligent kunnen zijn,. Zonder dat we daar verder een gewaarwording bij nodig hebben. We zouden een soort intelligente robots zijn....
Er moet, aldus Metzinger, een goede reden zijn voor die verdubbeling van de wereld in een innerlijk beeld van die wereld dat op een of andere manier aan ons verschijnt. Het construeren van zo'n beeld kost immers extra energie…. De evolutie heeft de neiging om onnodige kosten onbarmhartig  weg te snoeien."

pag. 127
"Soms is het echter wel handig om je bewust te zijn van jouw (beeld van je ) omgeving. Vooral als je niet precies weet wat er het volgende moment zal gaan gebeuren. Mensen - en andere sociale dieren - raken vaak in dit soort onbestemde situaties verzeild....
Je gaat bewust je wereld beschouwen. Dat vergroot de overlevingskansen. En dat is al dat extra calorieverbruik van je hersenen wel waard.
Bewustzijn is dus de innerlijke ervaring van een model of beeld van de omgeving waarin verschillende soorten kennis en informatie bij elkaar zijn gebracht - informatie over je omgeving natuurlijk, maar net zo goed informatie over je huidige gemoedstoestand en jouw herinneringen aan vergelijkbare situaties. Hoe de integratie van ongelijksoortige informatie in zijn werk zou kunnen gaan, hoeveel niveaus van informatieverwerking daar bijvoorbeeld bij komen kijken en welke modules van informatie daadwerkelijk actief zijn in de hersenen , is een open empirische vraag."

pag. 128
"Zodra je een bewust beeld hebt van de situatie waarin je je bevindt, kun je je aandacht gaan richten op die situatie en bedenken hoe het er voor jou voorstaat.... Een bewust beeld geeft jou het vermogen om te anticiperen op de dingen die in zo'n situatie zouden kunnen gaan gebeuren."

pag.129
"Dit vermogen maakt bewuste beesten flexibeler. Ze beschikken over een rijker afwisselender gedragsrepertoire. Daardoor kunnen ze beter opkomen voor hun belangen...
Bewuste informatie is in dit model altijd maar een deelverzameling van alle informatie die op een bepaald moment actief is in je hersenen. Het is informatie die jouw aandacht verdient, omdat het nog niet zo duidelijk is welke van jouw vermogens je nodig zult hebben om die informatie goed te ontginnen. "

pag. 133
"Een zelfmodel biedt een mens dus stabiliteit en focus. En net als bij het beeld dat je hersenen opstellen van de wereld geldt ook hier: je ervaart dat beeld van jezelf zo direct en onmiddellijk dat het je het niet opvalt als een model.... Ons woord 'ik' is een woord voor de zelforganisatie die in de hersenen plaatsvindt... Het zelfmodel, het ego, is strikt genomen 'gewoon de beste hypothese die het systeem heeft over zijn eigen actuele toestand' aldus Metzinger. Je zult dan ook geen zelf vinden het brein. Een 'zelf' is namelijk geen ding of kern, maar een woord voor een proces."

pag. 134
"Van een groot aantal feitelijke processen in je hersenen  ben je je niet bewust. Tegelijkertijd meen je je 'bewuste' te zijn van dingen die er niet zijn (zoals... een zelf). Geregeld bevindt je je dus in de metafysisch gezien beklagenswaardige situatie dat je je niet bewust bent van de realiteit en wel van  een illusie...  van fenomen.
Metzinger denkt dat we van nature een idee van ons zelf erop na houden dat niet klopt. Dat 'zelf' van ons is slechts een model dat dat de hersenen simuleren op het moment dat het in het belang van het organisme is."

pag. 136
"...Hume merkt in de achttiende eeuw al op dat hij zijn 'zelf' nooit betrapt zonder dat zelf aan iets aan het ervaren, denken of waarnemen is. 'Zou het kunnen', zo suggereert hij , 'dat het zelf niet bestaat zonder die waarnemingen, ervaringen en gedachten?' Hij durft het te zeggen: een zelf dat niets doet is er misschien wel niet."

pag. 137
"Veel dieren hebben een lichaamsbeeld, denkt Metzinger. Daarmee bedoelt hij dat zij zichzelf als een organisme ervaren. Daardoor kunnen ze gaan handelen in hun eigen belang
....Er zullen flink wat diersoorten zijn die hun lichaam op een of anderen manier voor zichzelf representeren zonder dat ze daar een bepaalde ervaring bij hebben. Die dieren hebben dus een zelfbeeld zonder zich daar bewust van te zijn. Zij hebben geen zelfervaring, geen ego. Zij worden geen fenomeen voor zichzelf.
Wij kunnen dat wel. Gedurende ons wakende bestaan laten onze hersenen meestal een model van on zelf snorren. en soms zijn we daarvan bewust. Dan ervaren we dat we een zelf hebben, (Of eigenlijk: een zelfmodel - maar dat het maar een model is, ervaren wij nu juist weer niet.) Wij kunnen ons bewust worden, van ons eigen lichaamsbeeld. en een sociale, intelligente vogel als de kauw kan dat dus ook."

pag. 153
 "We schieten dus heen en weer tusssen interpretaties en feiten, een proces dat meerdere cycli kent en net zolang doorgaat tot een bepaalde interpretatie voldoende bevredigt. Metzinger denkt dat in ons hoofd continu van dit soort feedbacklussen gaande zijn. Het mechanisme blijft dus niet beperkt tot visuele informatie, maar geldt voor alle soorten informatieverwerking. Het onmiddelijke verleden, de waarneming van zo-even, filtert en stuurt wat je nu ervaart. Meestal merk je daar niets van. Maar als dat proces relatief veel tijd kost, dus als de interpreatie (de bundeling en duiding) van informatie om wat voor reden dan ook niet zo eenvoudig is, dan wordt je je ervan bewust. Er is dan een kritische grens overschreden - en die grens is kwantitatief, het is de grens van x milliseconden hersenactiviteit.

Ongelijksoortige hersenscellen die niettemin synchroon vuren, maken de kans groter dat je je bewust wordt van het hele proces. Ongelijksoortigheid is als het ware een versterkingsfactor. Dus je zult je eerder bewust worden van een duiding die ontstaat door het samnbrengen van informatie uit meerdere niveau's ('lagere' fysiologische niveau's en 'hogere' interpreatieniveau's) en uit meerdere sectoren (herinneringen aan visuele, auditieve, emotionele, mototische ervaringen). Zo'n waarneming is complex, kost daarrmee extra hersentijd, en dat vergroot de kans dat die kritische grens wordt overschreden. Het verwerkingsproces duurt dan dermate lang dat je merkt dat je verwerkt. Je wordt je bewust van het proces."

pag. 155
In de normale breintoestan wisselen half afgemaakte gedachten elkaar af. "Gedachte en impressies komen op en doven weer uitzonder tot een duidelijk einde te zijn gebracht, om een poosje later weer even in de aandacht te komen." Dit tot we aandacht aan iets schenken.

pag. 159
Verwijzend naar James: "...als er in jouw hoofd  een idee rondwaart om iets te doen, en er staan geen sterke ideeën tegenover die jou de kant op sturen, dan volgt de handeling vanzelf. Dan is het idee, de gedachte voldoende.
Het denken is de beslissing.
E of dat denken bewust of onbewust is, doet er niet eens toe."

pag. 161
"Als een bepaalde impuls maar genoeg relatieve kracht heeft, handelen we er automatisch naar. Dat gedrag hoeven we, aldus James, niet nog een apart te 'fiatteren' via een beslissing. Het gebeurt gewoon."

"Kolk vindt dit een 'geniale interventie' van James, omdat James zo een oneindige regressie vermijdt. Je hebt immens de neiging om te geloven dat het (bewust of onbewust) denken aan een handeling niet voldoende is om die handeling ok echt uit te voeren. je neemt impliciet aan dat je die handeling ook nog eens apart moet goedkeuren - dat je moet 'beslissen' om die handeling daadwerkelijk te gaan doen. En waar komt dat commando, dat "fiat" dan vandaan? Dat zou dan ook weer om een verklaring vragen. In fysiologische termen gesproken: daar zou dan weer een apart hersenproces voor nodig zijn. En welk hersenproces zet eigenlijk aan tot dat tweede hersenproces?...
De oplossing van James: handelingen vragen wellicht niet om een beslissing. Daar is dat 'ik' van jou verder helemaal niet bij nodig."

pag. 164
Kolk aanhalend: "...'Ook aandacht heeft geen bewuste beslissing nodig!' Ook hier kun je het zonder fiat van het commandocentrum stellen. Anders gezegd: jouw 'ik' is ook niet nodig om ergens aandacht voor te hebben.
En daar lijken de moderne hersenwetenschappers een voorzichtige empirische onderbouwing voor te geven... de gyrus cingulatus…, laat veel activiteit zien op het moment dat je actief wordt in een ongewone situatie. Dit zijn typisch situaties waar je met je koppie bij moet zijn. Situaties, kortom waarin je je aandacht moet mobiliseren."
Dit hersengebied licht ook op bij beloningen. Systemen die impulsen versterken en waarderen zijn waarschijnlijk één en hetzelfde systeem.