
Matthieu Ricard & Wolf Singer - Voorbij het zelf: gesprekken over neurowetenschappen en meditatie (2017)
pag 39
Er is een nauw verband tussen synchroniserende, oscilerende, activiteit en aandacht en bewuste waarneming.Als 1 oog een verticaal rooster ziet en het andere een horizontaal kan toch maar 1 rooster bewust waargenomen worden. De wisseling ind e waarneming in een vroeg stadium van de visuele informatieverwerking gaat gepaard met een verandering in de synchronisatie van neurale antwoorden op patronen van dat moment.
Zintuigsignalen bereiken het niveau van bewuste waarneming bij voorkeur als ze goed gesynchroniseerd zijn.
pag. 44
Attentional blink (Anne Treisman): knipperende aandacht, als iemand in een snelle opvolging een reeks prikkels vertoont (woorden of beelden) en deze van elkaar scheidt door maskerende prikkels, kan men de prikkelparameter zo aanpassen dat de proefpersoon maar een deel van de getoonde prikkels bewust wordt. Als een prikkel wordt waargenonmen, dan wordt de volgende niet bewust waargenomen, omdat de hersenen nog bezig zijn met de verwerking van de eerdere pruikkel. Zolang de aandacht aan de verwerking van bewust waargenomen prikkel is gebonden, is die niet beschikbaar voor het versterken van volgende prikkels.Mensen met veel meditatie-ervaring blijken een kortere attentional blink te hebben.
pag. 52
Bij het eigen maken van vaardigheden treedt een verschuiving op van corticale naar subcorticale systemen.
Pag 86
"Normaal gesproken hebben we geen weet van de regels op grond van waarvan we de signalen van de zintuigorganenen interpreteren en onze waarnemingen vormen. Dit geldt ook voor de wetmatigheden die aan ons leren en handelen, onze beslissingen en associaties ten grondslag liggen. Het lukt ons niet ons bewust te worden van deze impliciete hypothesen en regels, ook al zouden we proberen onze aandacht erop te richten. Heel anders is het gesteld met de inhoud van het declaratieve geheugen, die tijdens het opslaan aandachtig en bewust wordt waargenomen.Het is een vaststaand feit dat door aandachtigheid geleide processen de toegang tot het bewustzijn beheersen. De meeste singalen van onze zintuigorganen kunnen bewust waargenomen worden als ze aandachtig worden gevolgd. Een uitzondering daarop kunnen bepaalde geurstoffen zijn, zoals feromonen, die verwerkt worden in bepaalde subsystemen an de hersenen. Bovendien zijn er allerlei signalen uit het lichaam zelf die geen toegang hebben tot het bewustzijn, zoals informatie over de bloeddruk, de suikerspiegel en dergelijke. Het kan echter niet genoeg benadrukt worden dat ook signalen die helemaal uitgesloten zijn van bewuste verwerking, of tijdelijke zintuigprikkels waar niet op gelet wordt, heel veel invloed op het gedrag uitoefenen. Bovendien kunnen deze onbewuste signalen de aandachtmechanismen sturen en daardooor bepalen welke van de opgeslagen herinneringen of zintuigsignalen aandacht krijgen en het niveau van bewuste verwerking bereiken."
pag. 87
"In wezen zijn onze waarnemingen niet zo holistich als het ons voorkomt. We analyseren complexe scenes serieel en een groot deel van wat we als totaalindruk waarnemen, construeren we uit de herinnering, uit opgeslagen informatie. Talrijke facoren, zowel bewuste als onbewuste, bepalen welke signalen bewust worden waargenomen. Van doorslaggevend belang is aan welke informatie we aandacht schenken, een ook dat wordt bepaald door externe en intern factoren. Sterke of nieuwe prikkels trekken automatisch de aandacht, maar we kunnen de aandacht op zelfgekozen inhouden richten. Daarbij kunnen we ons bewustzijn van de sturende motieven, maar ze kunnen evengoed oorzaken hebben waarvan we ons niet bewust zijn. En dan het kan natuurlijk gebeuren dat zelfs een aandachtige en bewuste zoektocht naar een inhoud die zich in het declaratieve geheugen bevindt, niet voldoende is om die inhoud in het bewustzijn te brengen, Dat kennen we allemaal wel wanneer een bepaalde samenhang of naam ons gewoon niet te binnen wil schieten en er in het verborgene een onbewust proces blijft doorzoeken, dat ten slotte het gezochte onverwacht op bewustzijnsniveau brengt. Blijkbaar lukt het ons niet altijd controle te hebben over welke inhoud toegang krijgt tot het bewustzijn.
Het werkniveau waarop bewuste processen zich voltrekken staat het blijkbaar toe willekerug informtie uit verschillende deelgebieden van het brein te bundelen en die om te zetten in een coherente stroom van bewust waargenomen inhouden. De toegang tot het werkniveau, vaak als platform of workspace van het bewustzijn aangeduid, is gepriviligieerd en wordt bestuurd door aandachtmechanismen. Bovendien zijn de regels waarvan bewuste en onbewuste processen plaatsvinden waarschijnlijk verschillend. De eerste volgenen rationele, logische en syntactische regels. De zoektocht naar een oplossing is in principe een serieel proces waarin argumenten en feiten na elkaar worden onderzocht en mogelijke resultaten kritisch worden bekeken. Daarom is dat proces tijdrovend. Toch lijken onbewust processen meer op parallelverwerking te berusten, waarbij talrijke neurale prikkelingspatronen, die telkens voor een bepaalde oplossing staan, met elkaar concurreren. Een algortime volgens het motto 'er kan er maar een winnen' zorgt ervoor dat het patroon dat het beste aansluit bij de actuele context wordt gestabiliseerd. Daardoor zijn bewuste procssen altijd het meest geschikt voor probleemoplossing wanneer er voldoende tijd beschikbaar is om de hoeveelheid variabelen waarmee rekening gehouden met worden, te overzien en deze exact genoeg gedefinieerd zijn om aan en rationele anlyse te onderwerpen. De onbewuste verwerking gaat een rol spelen als een rol spelen als er een snelle reactie nodig is, of als er sprake is van een groot aantal onbepaalde variabelen die tegerlijkertijd moeten worden afgewogen tegen andere informatie die door het bewutijn niet verwerkt kan worden, zoals de hoeveelheid implicite kennis, of vage gevoelens zoals verborgen motieven of drijfveren bijvoorbeeld.
De resultaten van onbewuste verwerking manifesteren zich ofwel in wat het 'buikgevoel' wordt genoemd, of in onmiddelijke gedragsreacties, Vaak kunnen we niet eens aangeven waarom we precies op die manier reageren, of waarom we sommige dingen vinden en ander niet. Exprerimenteel kan zelfs worden aangetoond dat de redenen voor of tegen een bepaalde reactie niet altijd met de 'echte' redenen overeenkomen. Op grond van de omvangrijke heuritsche kennis waartoe de onbewuste verwerking toegang heeft, blijkt bij complexe problemen met meerdere onderling afhankelijke variabelen dat onbewuste processen vaak tot betere resultaten leiden dan bewuste afweging. Gezien de grote hoeveelheid informatie en impliciete kennis waartoe het bewustzijn geen of slechts tijdelijk toegang heeft, en de doorslaggevende rol van het onderbewuste heuristische kennis bij de besluitvorming en controle van het gedrag, zou het niet raadzaam zijn de stem, van het onbewuste te negeren".
pag 174
"De neurobiologie postuleert dat alle mentale processen, ook degene die weinig met materiële processen van doen lijkten te hebben - zoals waarneming, besluitvorming, planning, het opwekken van gevoelens en het vermogen tot bewustheid van zichzelf en de wereld - het gevolg zijn van neurale processen, en niet de oorzaak ervan. Binnen het kader van ons inzicht in de natuurwetten is het onvoorstelbaar dat een immateriële, mentale entiteit - dus bijvoorbeeld de wil - de neurale netwerken zou beïnvloeden en ze ertoe zou brengen om uit te voeren wat deze entiteit wenst en oip grond daarvan een daad te verrichten, Naar mijn mening neemt de neurobiologie hier volkomen terecht het standpunt in dat alle mentale functies, met inbegrip van ons bewustzijn , het resultaat zijn van een samenspel van de neurale activiteit in de diverse hersengebieden. De gecoördineerde activiteitenpatronen brengen voort wat wij als waarneming, beslissing,, het gevoel, oordeel of wil ervaren. Vanuit dit perspectief zijn daardoor alle mentale verschijnselen het gevolg van neurale processen en niet hun oorzaak."
pag. 175
"Wanneer men de eigen geest traint door meditatie, moet er een motivatie zijn om dat te doen. Die komt voort uit bepaalde neurale toestanden, dat wil zeggen dat specifieke neurale activiteiten patronen de motivatie opwekken die iemand ertoe brengt om te gaan zitten mediteren. Die patronen kunnen veroorzaakt worden door de instructies van een leraar die van het gehoor in neurale activiteit worden omgezet. Maar evengoed kunnen er binnen het eigen systeem bepaalde breinstoestanden zijn die de wens om te mediteren oproepen, zoals een herinnering aan het feit dat al een keer de positieve effecten van meditatie hebt ervaren. Of je herinnert je verhalen van anderen, die zo'n mentale training hebben aangeraden. De feitelijke oorzaak zal zelfs een onopgelost conflict kunnen zijn, of de wens om je vrije tijd zinvol te besteden. Beide cognitieve tostanden zullen verbonden zijn met specifieke neurale activiteitenpatronen. Zodra de motivatie sterk genoeg is, gaat met zitten en mediteert, wat op zichzelf dan weer getypeerd wordt door bepaalde activiteitenpatronen. Blijven deze speciaal op meditatie geruchte patronen lang genoeg bestaan, dan leiden ze weer tot verandering van de verbindingen tussen neuronen die hersenfuncties duurzaam veranderen. Volgens hetzelfde principe wordt de hersenarchitectuur aangepast wanneer men een bepaalde beweging lang genoem oefent, en die veranderingen treden selectief op in de structuren die bij deze oefening betrokken zijn
Maar hoe staat het met argumenten die ons te binnen schieten of door anderen aangereikt worden en die duidelijk onze beslissingen en daden beïnvloeden? Net als elk ander mentaal verschijnsel hebben argumenten ook hun neurale correlatie. Het argumentgebonden activiteitenpatroon is dan datgene wat zijn uitwerking op verdere neurale processen heeft en daarop berustende beslissingen en gedragingen beïnvloedt. Bij een argument dat opwelt door eigen denkwerk komt de noodzakelijke informatie uit innerlijke bronnen, zoals herinneringen, waardebepalingen, actuele behoeften en emotionele neigingen. Al deze informatie is gecodeerd in neurale stimulatiepatronen die hun vorming te danken hebben aan de zintuigsignalen dus beschikbaar zijn en de kennis die in de functionele architectuur van de neurale netwerken ligt opgeslagen.
Dat geldt eveneens voor de argumenten van anderen. Ook die hebben hun neurale overeenkomsten in activiteitenpatronen die ontstaan in het brein van de ontvanger. Een verbaal argument wordt door het gehoor omgezet in neurale activiteit, die daarna in het spraakcentrum van de hersenen semantisch gedecodeerd wordt. Het resultaat is wederom een hoeveelheid neurale activitetienpatronen die naar andere hersengebieden worden doorgeleid en uiteindelijk ook de regionen bereiken waar de beslissingen worden voorbereid. Tot nu toe ondersteunen alle wetenschappelijke gegevens deze visie en dus is er geen aanleiding om nar alternatieve verklaringen te zoeken."
pag. 184
"Natuurlijk heeft het resultaat van een bewuste overweging uitwerking op toekomstig gedrag. Slechte ervaringen met een bepaalde beslissing zouden kunnen leiden tot de beslissing om zich een volgende keer anders te gedragen. Deze tweede beslissing en het effect ervan worden opgenomen in het langetermijngeheugen, evenals de negatieve gevolgen van de eerste. In het vervolg zullen ze als onbewuste motivaties of als bewuste argumenten optreden en latere besluiten beïnvloeden. Wanneer een ervaring tot een aanpassing van prioriteiten heeft geleid, zal het systeem zich bij toekomstige beslissingen op deze nieuwe prioriteit richten. Blijkbaar is ons brein zo georganiseerd dat er gevoelens van onbehagen opkomen als een maal gestelde doelen niet worden nagestreefd. Het lijkt hier om hetzelfde nare gevoel te gaan als hetgeen ons ertoe brengt een conflict op te lossen. Dus kunnen herhaaldelijk opgedane ervaringen met de positieve of negatieve gevolgen van bepaalde beslissingen een duurzame verandering van de functionele architectuur van het brein bewerkstellingen, wat natuurlijk weer invloed heeft op toekomstige beslissingen.
Hierbij moet men echter niet vergeten dat zowel de oorspronkelijke beslissing en opname van de doelstelling in het geheugen, als de negatieve gevolgen die met het niet nastreven van het doel verbonden zijn, het resultaat zijn van neurale processen en niet de oorzaak ervan. Het is de neurale gang van zaken die het resultaat benut van de eerste beslissing, die geleid heeft tot de opslag van een nieuw doel in het geheugen, Dit nieuwe engram, het nieuwe geheugenspoor, verandert de toestand van het brein en heeft op die manier zijn uitwerking op toekomstige neurale processen van besluitvorming.
En misschien verander ook de status van de doelstelling. Aanvankelijk kan het de status van een rationeel argument hebben gehad, maar na verloop van tijd kan het veranderen in een gewoonte die toekomstige beslissingen en gedragingen beïnvloedt, maar zonder tot het bewustzijn door te dringen... Het resultaat kan bijvoorbeeld zijn dat men besluit niet nog een glas wijn te nemen omdat het gewoon niet goed voelt om meer te drinken, en niet omdat men zich aan de gevolgen van een rationele analyse onderwerpt."
pag. 206
"Het inzicht dat elk gedag, ook het vellen van een moreel oordeel, op neurale processen is gebaseerd, zou ook tot meer bescheidenheid en dankbaarheid kunnen leiden. Dat geldt ook voor al degenen die gezond zijn en het geluk hebben over stabiele gedragsdisposities te beschikken, waardoor het onwaaschijnlijk is dat ze naar strafbaar gedrag afglijden, Bovendien moeten we niet vergeten dat ook heel gezonde hersenen tot een radicale herprogrammering kunnen komen. Denk maar aan al die brave Duitse huisvaders die in concentratiekampen veranderen in opzichters en koelbloedige moordenaars. Een paar jaar ideologische propaganda was al voldoende om deze hersenspoeling, die herprogrammering van hersenfuncties te bewerkstellingen."
pag. 212
Volgens het boeddhisme his het zelf niet meer dan een mentale constructie om onze bewustzijnsstroom een naam te geven. Er is geen afgescheiden en autonome entiteit, geen "zelf" dat je kunt concretiseren.
pag. 227
Pijn is een voorbeeld van het verband dat gelegd kan worden tussen de subjectieve 1e en de processen vanuit het 3e-persoonsperspectief. Iemand die pijn heeft kan met een waarnemer overeenkomen hoe het aanvoelt om deze pijn te hebben.
Verder kan de pijnbeleving operationeel gemaakt worden die die qua intensiteit en kwaliteit een waarde toe te kennen op een gestandaardiseerde schaal. Deze waarden kunnen vervolgens worden gecorreleerd aan activiteiten in de desbetreffende hersengebieden.
Omgekeerd kan een beschadiging in zenuwbanen die verantwoordelijk zijn voor de geleiding van pijnsignalen, of farmacologische onderdrukking van die signaalvoerdracht, de pijnbeleving voorkomen.
pag 229
Neurowetenschappen kunnen de mechanismen onderzoeken die nodig zijn voor bewustzijn. Die mechanismen zijn evolutionair ontwikkeld en door epigenetische vorming zijn verfijnd.
Onderzoek kan bij dieren plaatsvinden omdat zij ook bewustzijn hebben, plus ervaringen en gevoelens die operationeel kunnen worden gemaakt.
Problematisch zijn de bijzondere bijbetekenissen die mensen toeschrijven aan bewustzijn en hun ervaringen. Deze bijbetekenissen zijn cultureel bepaald en worden als denkbeelden in ons symbolisch taalsysteem vastgelegd. Mensen wisselen hun beschouwingen uit over hun 1e-persoonsperspectief ervaringen en bereiken daarover overeenstemming. Immateriële verschijnselen die alleen vanuit het 1e-persoonspectief toegankelijk zijn krijgen daardoor de status van werkelijkheden waarover je kunt praten. Deze bijbetekenissen zijn niet neurobiologische te verklaren.
pag. 231
Introspectie (1e persoonspectief) en wetenschappelijke observatie (3e persoons) leveren radicaal verschillende antwoorden op. We zijn ons alleen bewust van de resulaten van een neuraal proces, niet het proces op zich.
Volgens Francisco Varela De kennis die men vanuit het 3e persoonsperspectief opdoet is een bijproduct van een hele stoet 1e persoonservaringen. Je zou aan 1e persoonservaringen die door een hele groep mensen gedeeld worden bepaalde invariabelen of bepaalde structuren kunnen ontlenen, zoals de mathematische of fysische wetmatigheden die over deze verschijnselen heersen.
"Waarschijnlijk kan de neurobiologie heen ten dage alleen de neurale processen aantonen die moeten optreden om te komen tot datgene wat we subjectief als bewustzijn ervaren, waarbij de definitie van bewustzijn beperkt moet woerden tot operationeel te maken aspecten. We maken bewustzijn bijvoorbeeld operationeel; als toestand die van bewusteloosheid is te onderscheiden, dus van een comateuze toestand of droomloze diepe slaap, Er kunnen talrijke mechanismen aangegeven worden die functioneel moeten zijn om een hersentoestand te handhaven die bewustzijn mogelijk maakt. Deze mechanismen worden beïnvloed door verdovende middelen, wat dan tot bewusteloosheid leidt. Bovendien is het bewustzijn geen alles-of-nietverschijnsel: men kan klaarwakker en uiterst aandachtig zijn, maar ook voor zich uit staren, afgeleid zijn op een andere manier afwezig zijn".
pag. 234
We zijn ons iets alleen bewust als we onze aandacht erop richten. Dit kan een zintuigsignaal uit de omgeving of het lichaam zijn, of processen die aan de hersenen ontspringen zoals emoties, stemmingen en gevoelens. Aandacht is noodzakelijk om ergens bewust van te zijn, wat erop wijst dar er voor de toegang tot het bewustzijn een drempel bestaat.
Verder is het werkgeheugen van het bewustzijn beperkt.
Plus dat bewuste verwerking betekent dat over de ervaring gepraat kan worden. Als ergens niet over gepraat kan worden betekent dit dat de informatie niet verwerkt is of bewust ervaren is.
pag. 235
Niveaus van gewaarzijn zijn
- fenomenaal bewustzijn: het vermogen om iets te bewust te ervaren, waar te nemen of te signaleren
- het vermogen om zich bewust te zijn dat zich bewust is van iets
- op zichzelf betrokken, reflectieve aspecten van het bewustzijn: bewust een autonoom individu te zijn, verschillend van anderen, dat in staat is tot intentioneel handelen. Bewust van het eigen bewuste zelf (metacognitie)
pg. 244
"Ik denk dat het gewaar zijn van je cognities en die te kunnen meedelen aan anderen door een symbolisch taalsysteem, ertoe bijdrraagt anderen goed te begrijpen, sociale stelsels te ontwikkelen en ten slotte gedifferentieerde culteren te ontwikkelen. Deze compententies bevorderen het aanpassingsvemogen, omdat het individuen de mogelijkheid geeft met anderen samen te werken, door uitwisseling van ervaringen het wereldmodel steeds meer te verfijnen en tot een betere probleemoplossing te komen."
"Als dat vermogen om je van jezelf bewust te zijn het gevolg van neurale verrichtingen zou zijn die via interne hersenprocessen veen vast protocol volgen, dan is het gewaarzijn of bewustzijn van iets dus het gevolg van neurale processen, en niet de oorzaak ervan. Die processen zouden gewoon hun taak vervullen, ook als we daar geen besef van hebben, Het bewustzijn als zodanig zou niet in staat zijn die processen te beïnvloeden, maar ze alleen kunnen weerspiegelen."
pag. 249
Onbewust onverwerkte informatie is van invloed op toekomstige gebeurtenissen in het brein. Foutjes worden bijvoorbeeld tijdens het skiën onbewust gecorrigeerd, waardoor je in de toekomst beter reageert. Zo zouden bewuste toestanden ook toekomstige breinprocessen kunnen beïnvloeden.
pag. 250
Singer neemt aan dat bewuste verwerking de informatie uit verschillende bronnen beter integreert dan onbewuste processen.
"Als dat vermogen om je van jezelf bewust te zijn het gevolg van neurale verrichtingen zou zijn die via interne hersenprocessen veen vast protocol volgen, dan is het gewaarzijn of bewustzijn van iets dus het gevolg van neurale processen, en niet de oorzaak ervan. Die processen zouden gewoon hun taak vervullen, ook als we daar geen besef van hebben, Het bewustzijn als zodanig zou niet in staat zijn die processen te beïnvloeden, maar ze alleen kunnen weerspiegelen."
pag. 249
Onbewust onverwerkte informatie is van invloed op toekomstige gebeurtenissen in het brein. Foutjes worden bijvoorbeeld tijdens het skiën onbewust gecorrigeerd, waardoor je in de toekomst beter reageert. Zo zouden bewuste toestanden ook toekomstige breinprocessen kunnen beïnvloeden.
pag. 250
Singer neemt aan dat bewuste verwerking de informatie uit verschillende bronnen beter integreert dan onbewuste processen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten