Vrije wil - een hersenkronkel?

Vrije wil - een hersenkronkel?

Vrije wil - een hersenkronkel?: wetenschappers en filosofen over een fasinerende vrag (2013)
Bijdragen van verschillende auteurs onder redactie van Palmyre Oomen

Frank Leoné
pag. 32
Daniel Wegner aanhalend: de gedachte over een handeling en de handeling zelf hebben dezelfde oorsprong, breinactiviteit veroorzaakt parallel de gedachte en de handeling. Er is dus geen verband tussen de gedachte en de handeling.

Het is volkomen menselijk om oorzakelijke verbanden te zien, zoals hier tussen de gedachte (intentie) en de handeling.

Illusie van oorzakelijk verband  tussen intentie en handeling, en dus het gevoel van vrije wil, treedt volgens Wegner treedt op als aan deze factoren wordt voldaan:
  1. Prioriteit oorzaak en "gevolg" moeten kort na elkaar volgen
  2. Consistentie oorzaak en "gevolg" moeten in een logisch verband met elkaar gedacht kunnen worden
  3. Exclusiviteit er mogen geen duidelijke alternatieve oorzaken zijn
pag 34
Volgens Wegner zijn intentie en handeling zelfs ontkoppelbaar. 
  1. bewuste intentie aanwezig, zonder handeling, bijvoorbeeld
    • Het I Spy experiment, een proefpersoon bestuurt samen met een ander proefpersoon die echter een handlanger is samen een computermuis. Zij horen muziek en woorden die verwijzen naar objecten op het scherm. Als de muziek stopt moeten zij de muis amen bewegen naar het object dat ze horen. Feitelijk doet alleen de hanglanger dit maar de proefpersoon ervaart dat hij dit gedaan heft.
    • Een handlanger steekt zijn armen onder de oksels van de proefpersoon alsof het zijn armen zijn. De proefpersoon kan zichzelf met de andere armen in een spiegel zien. Als gevraagd wordt om bijvoorbeeld te zwaaien dan ervaart de proefpersoon alsof hij dit zelf doet.
      En als de handlanger een elastiekje kapottrekt in zijn handen dan schrikt de proefpersoon
    • Het rubberhand experiment
  2. geen bewuste intentie, terwijl er een handeling plaats vindt, bijvoorbeeld
    • blindsight
    • kaart experiment waarbij proefpersonen op basis van hun emoties eerder weten wat de goede en slechte stapel is dan dat zij het zich bewust zijn
    • de onbewuste keuze experimenten van Ap Dijksterhuis
  3. de bewuste intentie betreft een andere handeling dan de daadwerkelijke handeling, bijvoorbeeld
    • Ebbinghaus-illusie, 2 even grote cirkels worden omringd door resp. kleinere en grotere cirjkels. De 2 crikels lijken van grote te verschillen. Bij het pakken van de cirkels blijkt de toegepaste handgrootte niet beïnvloed te worden door de illusie. De waarneming wordt dus wel beïnvloed, de handeling niet. Gedachte en handeling lijken voort  tekomen uit verschillende breindelen.
    • split brain patiënten
    • proefpersonen in een MRI-scanner laten hun koopgedrag beter voorspellen dan dat zij mondeling aangeven, de gemeten hersenactiviteit voorspelt het koopgedrag beter. De scan gaf de voorkeuren dus beter aan dan de proefpersonen dat zelf konden aangeven

pag. 43
Het brein bestaat uit gebieden die in hun taak elkaar deels overlappen en weten ze ook niet alles van elkaar. Taalgebieden moeten raden wat er in andere gebieden gebeur. We zijn in zekere mate allemaal spit brain patiënten, waarbij het talige deel van het brein interpreteert wat de rest van het brein doet. Wij ervaren deze interpretatie als intentie.